Maisons et Cités: grootste verhuurder van sociale woningen uit de Hauts-de-France

Maisons et Cités is een verhuurder van sociale woningen uit de Hauts-de-France die 64.000 woningen beheert. Het gaat voornamelijk om mijnwoningen. “Als u de film Germinal hebt gezien, dan kunt u zich die bakstenen eengezinswoningen wel voorstellen. De meeste ervan zijn meer dan 100 jaar oud en zijn helemaal niet geïsoleerd,” vertrouwt Franck Mac Farlane, verantwoordelijke onderzoek en expertise, ons toe.

Het grootste gebrek aan deze woningen is dat ze heel vochtig zijn en niet langs buiten geïsoleerd mogen worden, want de meeste staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. De staat verplicht Maisons et Cités om 2.000 woningen per jaar te renoveren.

Op zoek naar een efficiënt biobased materiaal

“Enkele jaren geleden begon Maisons et Cités na te denken over alternatieven voor isolatiematerialen op basis van aardolie,” vertelt Franck Mac Farlane ons: "We waren op zoek naar oplossingen voor het probleem van thermische inertie en vochtigheid en voor het probleem met de uitvoering dat we ondervonden door het gebruik van glaswol."

In samenwerking met het CD2E, accelerator van de ecologische overgang, startten ze daarom een eigen onderzoek.

Van onderzoek tot verwezenlijking

2015 was het jaar van de eerste testwerf: Réhafutur 1. “Er moest een woning worden gerenoveerd die totaal niet representatief was voor ons erfgoed, namelijk een ingenieurswoning van meer dan 300 m² groot. We hebben elke wand met een ander biobased isolatiemateriaal geïsoleerd, met name hennepbeton, cellulosewatten, linnen, schapenwol, enz. om zo het effect ervan te bestuderen op elk van deze wanden," legt Franck Mac Farlane uit.

De tweede testwerf, Réhafutur 2, bevond zich in mijnwoningen, die wél representatief waren voor het plaatselijke erfgoed. Twee van die woningen werden met hennepblokken geïsoleerd.

We hebben heel positieve feedback van de bewoners gekregen. In november hadden ze de verwarming nog altijd niet aan gezet en het was binnen 21 graden.

In 2018 begon de derde en laatste testwerf: Rénochanvre. De gelegenheid om deze keer het geplande kalkhennep uit te proberen en het effect ervan te vergelijken met een klassiek geïsoleerde woning. Zo konden ze het comfort, de thermische prestaties, de temperatuur, de vochtigheid en de CO² meten. “We hebben heel snel kunnen vaststellen dat de hennep voor een meer constante temperatuur zorgde, die veel minder onderworpen was aan schommeling van de buitentemperaturen.”

Bron beeld :  Rehafutur

De eindbeslissing: hennepbeton als grote winnaar

Wanneer er een keuze moest gemaakt worden tussen de verschillende geteste biobased materialen, kwam hennep al snel als beste uit de bus. Maar Maisons et Cités zat toch nog met één vraag. “We twijfelden tussen het geplande hennepbeton en ready made hennepblokken. Beide hadden hun voordelen, daarom kozen we ervoor om ze te combineren.”

Vandaag wordt hennep niet meer op testwerven gebruikt, maar is het een reëel onderdeel van het project dat de naam Pecquenchanvre draagt. Met deze werf worden de werkelijke prestaties van dit biobased materiaal bewezen en worden nieuwe perspectieven geopend.

De zoektocht van Maisons et Cités en het CD2E naar het ultieme biobased materiaal heeft geleid tot een project waarbij er een lokale hennepmarkt werd gecreëerd.

Bovendien organiseert het CD2E op de werf zelf opleidingen voor vaklui en ondernemers, dankzij een mobiele container. Op die manier wordt de implementering van hennep voor een zo groot mogelijk publiek toegankelijk.

Het doel? Elk jaar het aantal met hennepblokken en hennepbeton gerenoveerde woningen vergroten.

Een mooie zaak voor hennep als renovatiemateriaal van het erfgoed, dat nogmaals aantoont dat het voor een optimaal comfort voor de bewoners kan zorgen, zelfs op de meest vochtige plaatsen.

©2024, IsoHemp - Natural Building